Nieuws

‘Een magische combinatie’. Zo noemt Nik Heeren het samenwerkingsverband tussen Hoex Bouw en loonbedrijf Gebroeders De Boer. Onder de naam Kennep werken zij samen aan biobased bouwen met vezelhennep. Gebroeders de Boer teelt en oogst de vezelhennep op agrarische grond in Noord-Limburg, Hoex Bouw gebruikt de verwerkte vezelhennep als isolatiemateriaal in woningen. De partners ontvingen een bijdrage van 25.000 euro uit de Impulsregeling NOVEX De Peel om in Venray een eigen verwerkingslijn voor de hennep te realiseren.

“Ons bedrijf heeft zijn oorsprong in het bouwen van stallen”, vertelt Nik Heeren van Hoex Bouw. We kennen de agrariërs en de opgaven waar zij voor staan. Nu de bouw van stallen voor ons terugloopt, richten we ons meer op woning- en utiliteitsbouw. Dat willen we doen met biobased materialen en zo kwamen we bij vezelhennep. In onze overdekte bouwplaats in Oostrum bouwen we nu complete woningen en wandpanelen met vezelhennep als isolatiemateriaal.”

Bijdragen aan NOVEX De Peel
Hoex Bouw wil het hele proces, van teelt tot verwerking van de vezelhennep, in eigen regio realiseren. Een mooi idee vanuit NOVEX De Peel-perspectief, want zo draagt het bedrijf bij aan een boel opgaven. Nik: “Vezelhennep is een voor de Peel bekend nijverheidsgewas. Het is een perfect ‘rustgewas’: boeren kunnen het op hun land zetten om de bodem tot rust te brengen. Vezelhennep zorgt dat de bodem water vasthoudt en door de diepe wortels verbetert de bodemkwaliteit. Dat sluit aan bij het NOVEX-perspectief voor een toekomstbestendige, natuurlijke leefomgeving.”

Verder biedt de lokale verwerking van vezelhennep tot biobased bouwmaterialen, duurzame economische activiteiten in de Peel en versterkt het de transitie naar een circulaire economie. Ook leidt hennepteelt tot duurzaam beheer van agrarische gebieden en helpt het bij het herstellen van het evenwicht tussen landbouw en natuur. Kortom: de plannen van Hoex & De Boer dragen op verschillende fronten bij aan de overgang naar een innovatieve en toekomstgerichte Peel.

Enthousiaste overheid
Nik is blij te merken dat ook overheden zoals de gemeente Venray enthousiast zijn over het initiatief. “Wethouder Daan Janssen was direct enthousiast. Regionale samenwerking en het versterken van lokale economieën staan centraal in NOVEX De Peel, en daar leveren wij graag een bijdrage aan. We zijn dan ook blij met het geld dat we gekregen hebben uit de Impulsregeling. Dat gebruiken we voor de realisatie van een eigen verwerkingslijn voor de vezelhennep. Nu moeten we de hennep na de oogst nog helemaal naar een verwerker in Oude Pekela brengen. We willen alles hier in Noord-Limburg houden. Telen, oogsten, verwerken, bouwen: alles doen we straks in een straal van dertig kilometer. Maar zo’n verwerkingslijn kost veel geld. De bijdrage uit de impulsregeling is voor ons een mooi steuntje in de rug.”

Daan Janssen, wethouder gemeente Venray: “De innovaties van Hoex Bouw leveren een mooie bijdrage aan de ambities en doelen van de gemeente op het gebied van duurzaamheid en circulariteit, en aan de doelstellingen van NOVEX De Peel op het vlak van nieuwe economische dragers en duurzame woningbouw. Samen met Gebroeders de Boer werkt Hoex Bouw aan een duurzaam bedrijfsmodel en het sluiten van de keten. Bij hennepvezelproductie en -verwerking snijdt het mes aan veel verschillende kanten. Dat is positief voor de ondernemers en de omgeving. Initiatieven als dit hebben we in Venray hard nodig. Zonder hen wordt de transitie van het landelijk gebied een lastige opgave. Het economisch potentieel dat dit project in zich heeft, kan ervoor zorgen dat de Peel leefbaar blijft voor iedereen.”

Dromen waarmaken
Er wordt op dit moment hard gewerkt in Venray om de dromen van Hoex & De Boer te verwezenlijken. Nik hoopt de verwerkingslijn deze zomer operationeel te hebben, zodat ze de oogst van augustus zelf kunnen verwerken. “De afgelopen drie jaar hebben we 50 tot 100 hectare vezelhennep geteeld. Volgend jaar gaan we naar 200 hectare en uiteindelijk naar 1000 hectare per jaar. Een deel daarvan verwerken we zelf in de woningen en andere panden die we bouwen, de rest gaat naar andere bouwers en timmerbedrijven.”